Bezocht datum
“Meneer Cillessen, wilt u met mij op de foto…?” Achter mij hoor ik een diepe zucht en deels een herhaling van mijn vraag: “Meneer Cillessen…?”
We zijn een dagje op pad in (de omgeving van) Nijmegen en als liefhebber van oude stadions en lost grounds moest een bezoek aan Stadion De Goffert op de lijst komen te staan. Want het huidige stadion is, deels, opgetrokken tussen de resten van het oude stadion. En volgens de geleerden moet hiervan nog een deel, of in elk geval wat resten, zichtbaar zijn.
Zoals vaker ben ik een half uur te vroeg wat mij de tijd geeft om even rond het stadion te lopen en ik heb het geluk dat eendeur openstaat naar het pad tussen de huidige en oude tribune.Ergens in de jaren 90 ben ik in ‘de oude Goffert’ geweest maar zoals bij meer stadions zag ik niet meer dan het uitvak. Bovendien was mijn interesse naar oude stadions minder groot om de eenvoudige reden dat er over nieuwbouw toen nog nauwelijks sprake was. Halverwege is inderdaad nog een oude toegangspoort zichtbaar. Dat daar ook de toegang open is naar het veld is een fijne bonus want onaangekondigd bestaat de kans dat we het stadion even mogen zien altijd iets kleiner.
Een half uur later arriveert Wilco (Nederlandse Velden) en na een kopje koffie in de grandcafé bij het stadion is het tijd om ons het stadion in te lullen. Dat gaat ons overigens gemakkelijk af zodat we vanaf de hoofdtribune wat foto’s kunnen maken van het stadion. Alleen de spelerstunnel blijft voor ons gesloten omdat de spelers elk moment binnen kunnen komen voor de training. Als de tijd erop zit lopen we terug richting hoofdingang als inderdaad een aantal spelers ons passeert. Jasper Cillessen groet ons zelfs enthousiast. “Tsja, dan kunnen we net zo goed even bij de spelerstunnel kijken…” En daarmee eindigt de ‘spontane’ minitoer door het stadion van N.E.C..
Na enkele stops in Nijmegen en Groesbeek komen we een paar uur later weer terug bij het Goffertstadion waar de auto van Wilco nog geparkeerd staat. Na een knuffel en een bedankje voor deze mooie dag zie ik dat een aantal spelers van het trainingsveld terug naar het stadion loopt waaronder grote namen als Lasse Schöne. Maar ik heb een zwak voor keepers. Kleine jochies die van het spelletje houden maar eigenlijk net niet goed genoeg zijn, die worden op doel gezet. Een soms ondankbare en eenzame plek waar je het zelden goed doet. Wanneer een spits meerdere opgelegde kansen mist, slechts één keer scoort waardoor de eindstand op 1-1 wordt gezet, heeft het ‘goed gedaan’. Wanneer een keeper meerdere opgelegde kansen toch weet te pareren, behalve die ene bal die absoluut niet onhoudbaar was, wordt hij aan de schandpaal genageld. En ik heb met deze mensen te doen….
“Meneer Cillessen, wilt u met mijn op de foto…?” De keeper van N.E.C. lacht enthousiast en knikt. Hij neemt er zelfs even de tijd voor zodat Wilco de juiste instellingen kan regelen voor de perfecte foto. En net wanneer Wilco de foto wil maken fiets een man tussen ons en Wilco door en tijdens het passeren roept hij “Jaspertje!”. “Jaspertje?” fluister ik zachtjes maar net hoorbaar voor mij uit. Meneer Cillessen kijkt even opzij…: “Ja, Jaspertje. Mensen uit de regio mogen ‘Jaspertje’ zeggen.” Sindsdien word ik door Wilco steevast ‘Meneer Cillessen’ genoemd.