Het is totaal niet mijn wereld maar als je een roadtrip maakt door het westen van Amerika en je rijdt langs een stadion, dan begint het toch te kriebelen. En voor je het weet kom je na vijf mooie weken thuis met een groot fotobestand waarvan zo’n 20% groundhopgerelateerd…
Vooraf kregen we de tip dat wanneer je kiest voor Route 101, de route langs de westkust van Amerika, het slimmer is om ‘naar beneden te rijden’. Dan heb je de kust aan de rechterhand en kan je makkelijker stoppen en genieten van het uitzicht. En omdat vliegen via Vancouver aantrekkelijk(er) bleek, je zit dan op zo’n 300 km van Seattle, werd Canada gemakshalve aan de route toegevoegd.
Vancouver
Met een hotel aan het strand van West End Vancouver, naast het begin van Stanley Park, werd de eerste vakantiedag gestart met een ‘Jetlagrun’. Opvallend was dat ik niet de enige op deze vroege zondagmorgen (06.00 uur!) een paar kilometer langs het strand wilde rennen. En elke tegenligger groette alsof wij elkaar al jaren op dit stukje wereld tegenkwamen. Het zegt iets over de vriendelijkheid van de ‘Vancouverite’. Vlakbij West End ligt Downtown wat op de fiets, ook via Stanley Park (afslag ‘Waterfront’), te bereiken is.
Het BC Place Stadion was zo gevonden. Logisch want het valt erg op in het straatbeeld. In dit stadion werden de openings- en sluitingsceremonie Olympische Spelen 2010 gehouden en het stadion heeft nu een museum ingericht over deze Spelen. Naast voetbal heeft de Olympische Spelen een grote aantrekkingskracht op mij, maar daarover later meer. Even binnen kijken was niet mogelijk maar er kon wel een rondleiding gegeven worden voor 20 Canadese Dollars (ongeveer € 15). Met een groep van twee man liepen wij de krochten van het stadion in….
Het stadion wordt voor ‘soccer (Vancouver Whitecaps)’ en ‘football (British Columbia Lions)’ gebruikt en deze ploegen maken gebruik van een eigen kleedkamer die volledig in clubkleuren is aangekleed. Dat football meer leeft is duidelijk zichtbaar. Het stadion biedt plaats aan 60.000 toeschouwers maar voor soccer wordt tussen eerste en tweede ring doeken gehangen zodat het stadion intiemer wordt en er toch gevuld uitziet. Capaciteit is dan zo’n 25.000. Omdat er ook concerten worden gehouden en ook honkbal hier nog wel eens wordt gespeeld begrijp je dat er kunstgras ligt…
Om de hoek is Rogers Arena te vinden en omdat mijn kameraad wel wat heeft met ijshockey, en we zijn er nu toch, zijn we ook een deurtje verder wezen kijken. Alleen de fanshop van Vancouver Canucks was open en bij de vraag of wij even binnen mochten kijken, keken we in twee glunderende ogen. De verkoopster bleek óók een groundhopper te zijn. We hoefden haar niet te overtuigen, de deur ging direct open. Vancouver bleek een goed begin van onze roadtrip…
Seattle
De eigenlijke start van onze roadtour was in Seattle waar wij een veel te grote Amerikaanse auto (voor de liefhebber: Ford Expedition XL Limited) huurden. Eerste stop..? CenturyLink Field, het stadion van Seattle Sounders (soccer) en Seattle Seahawks (football). Tussen de oude pakhuizen valt dit stadion op. Sterker, vanuit Downtown is het stadion (en het naastgelegen honkbalstadion T-Mobile Park) goed zichtbaar.
Een gelukje; een aantal mensen in pak kwam uit het stadion lopen en terwijl het laatste pak de deur wilde sluiten was ik brutaal genoeg om even naar binnen te glippen. Ik kreeg één minuut om een paar foto’s te maken. Hoewel het niet mijn soort stadion is had het wel wat. Groot, er kan hier 67.000 man in. Maar een minuut is te kort om er echt een gevoel bij te krijgen. Bovendien had ik niet eens de tijd om mijn sjaal te pakken…
Bij T-Mobile Park was men duidelijk: Het stadion is alleen open op wedstrijddagen. Vreemd genoeg huurt het stadion twee mensen in om ergens bij een achterdeur, de hoofdingang is gesloten, op straat deze boodschap te brengen. En nee; deze mensen snapten niet dat er mensen zijn die een leeg stadion van binnen willen bekijken. Jammer want een Amerikaans Baseballstadium van binnen bekijken, zonder wedstrijd, stond wel op mijn lijstje. Want het spelletje zelf boeit mij totaal niet. Curling is nog spannender!
San Francisco
Na een aantal dagen rijden over Route 101, de westcoastroute, waarbij werd overnacht in plaatsen als Astoria en Eureka, wordt de volgende grote stad bereikt: San Francisco. City, bekend om The Golden Gate Bridge en Alcatraz heeft tegenover de stad, in Berkeley, een schitterend Romeins stadion: California Memorial Stadium. Dat dit stadion wordt gebruikt voor football nam ik maar even voor lief. Want dit stadion heeft een capaciteit van 65.000 maar California Golden Bears is ‘slechts’ een collegeteam! Een aanrader voor liefhebbers van oude stadions. Maar ook hier bleek het stadion gesloten al is er via de leveranciersingang een manier om binnen te komen. De tribune op met al die camera’s was geen optie maar men gunt je wel de tijd om even te genieten van het stadion.
Las Vegas
‘Als je er dan toch in de buurt bent…’ De reis gaat verder door verschillende natuurparken. Van twee meter hoge sneeuw in Yosimite Park naar 44 graden in Death Valley in een paar dagen, de verschillen zijn groot. Midden in de woestijn doemde ineens een stad op: Las Vegas. Vlak voordat je de stad inrijdt zie je de bouw van een stadion. Volgens een spandoek wordt dit nieuwe stadion voor ‘Raiders’ gebouwd, de club wat voor de derde keer gaat verhuizen! De Raiders komen uit Oakland en zullen, na Los Angeles en opnieuw Oakland, in 2020 in Las Vegas gaan spelen. De club is gewoon gekocht en het gerucht gaat dat in de nieuwbouwstad voor ‘Vegas’ vooral supporters van de Raiders zullen gaan wonen, die de club dus trouw volgen. En Los Angeles haalt gewoon een nieuwe ploeg uit San Diego (Los Angeles Chargers) wat voor de verhuizing naar San Diego in 1967 ook al in Los Angeles speelde. In 2019 betrekken de Chargers het nieuw te bouwen City of Champions Stadium wat gedeeld gaat worden met Los Angeles Rams. Je zal supporter zijn en overstromen van clubliefde. Maar daar heeft ‘geld’ maling aan!
Los Angeles
Tussen Las Vegas en Los Angeles werd Grand Canyon aangedaan en een groot deel werd over de beroemde ‘Historic Route 66’ gereden. Onderweg zijn veel grote en kleine dorpen te zien die het verleden graag in stand houden. Alsof je in een western met John Wayne bent beland; op elke hoek zou Billy de Kid kunnen staan en het wachten was op Rataplan die achter de Daltons aanrent.
Los Angeles is eigenlijk een stad wat niet thuis hoort in deze omgeving. Het heeft niet de surfuitstraling van Californië, de flowerpower van San Francisco of het wilde westen van Lucky Luke. Het is groot, duur, exclusief en afstandelijk. Voor het eerst was ik in een stad die mij op geen enkele manier kan raken. Geen ziel maar vooral gebakken lucht wat bestaat uit illusie. Beverly Hills met grote huizen maar dicht op elkaar gebouwd. Bell Air, met zicht op Hollywood, leeft in een fantasiewereld waar geen enkele vertier te vinden is. Hier ben je thuis en blijf je binnen. En op de Hollywood walk of fame ligt een ster trots te zijn in een geurmengeling van wiet en pis, tussen vele zwevers.
Maar Los Angeles heeft ook het Los Angeles Memorial Coliseum, het enige stadion wat ik op mijn lijst had staan en wat ik per sé wilde zien. Dit stadion was het Olympisch Stadion van 1932 en 1984. De Spelen van 1984 waren de eerste spelen die ik bewust meemaakte. Het maakte mij bewust van het plezier van sport. Een jaar eerder nam mijn vader mij mee naar het Olympisch Stadion in Amsterdam om in de stromende regen naar Ajax – Feyenoord te kijken. Het was mijn eerste wedstrijd in een écht stadion, dat blijft je altijd bij. OS ‘84 waren de spelen van Carl Lewis en van de zwemsters Jolanda de Rover en Petra van Staveren.
Er staan hoge hekken om het stadion. Het stadion wordt gerenoveerd, verbouwd en daarmee klaargemaakt voor de Spelen van 2028. Voor het eerst in de historie zal een stadion voor de derde keer het Olympisch Stadion gaan zijn. Alle bouwhekken waren dicht en de enige toegang werd bewaakt. Teleurgesteld dwaalde ik langs de hekken als ik ineens een bouwvakker door een soort deur in het hek het bouwterrein op zie gaan. Ik hoorde het hek niet terug in het slot vallen wat mijn aandacht trok. Er bleek een kartonnetje tussen het palletje te zitten. Binnen! Als vakantieganger in korte broek en op slippers wandelde ik over het bouwterrein om de dichtstbijzijnde toegangspoort tot het stadion in te lopen. Twee tegemoetkomende bouwvakkers groetten mij…
Eenmaal binnen krijg ik een brok in mijn keel. Hier won Carl Lewis 4x goud! Dit was ook de plek waar de onoverwinnelijke Edwin Moses voor het eerst last van plankenkoorts leek te hebben gezien zijn valse start in de finale van de 400m horden. In dit stadion hoorde ik, tijdens de afsluitingsceremonie, voor het eerst Lionel Richie. Sport en soulmuziek, tijdens de Spelen van 1984 leerde ik het kennen. Pas na een minuut of tien, nadat meerdere bouwvakkers met werkschoenen aan en veiligheidshelmen op mij passeerden, werd ik aangesproken door een opzichter die verbaasd was dat ik hier in het stadion stond, dat ik überhaupt was binnengekomen. Op weg naar de uitgang werd ik ‘verhoord’ en omdat ik wist dat dit verhaal voorbij was, gaf ik mijn geheim prijs. Bij de toegangspoort werd ik uiteindelijk afgeleverd bij de security die vervolgens door de opzichter verbaal volledig werd afgebrand. Met een lach van oor tot oor bekeek ik mijn slippers en verliet ik het terrein.
Aan de andere zijde van de parkeerplaats staat een kleiner stadion: Banc of California Stadium. Een gloednieuw stadion, open sinds 2018, waar Los Angeles FC, een club wat pas vijf jaar bestaat, haar thuiswedstrijden speelt. Eerlijk is eerlijk; voor een nieuw stadion heeft het wel iets. Bij de hoofdingang stond een beveiliger die mij vertelde dat het stadion dicht was. Het stadion is alleen op wedstrijddagen toegankelijk. Waarom hij dan binnen staat terwijl hij ook gewoon thuis had kunnen zitten, leek hem eigenlijk ook wel een goede vraag. Als iets dicht is, hoef je het niet te openen om te kunnen vertellen dat het dicht is… Naast de gesloten ingang is de fanshop gevestigd. En daar, via de achterdeur…. Precies!
Aan de andere kant van de stad speelt een andere bekende club haar thuiswedstrijden: LA Galaxy. De club is in Europa vooral bekend geworden dankzij David Beckham, nu is het Zlatan die hier zijn sportieve uitdaging heeft gevonden. Waar de twee stadions in Exposition Park karakter en een zuigende werking hebben, voelde ik de weerstand van ‘Dignity Health Sports Park’ al vanaf de parkeerplaats. Het voelde afstandelijk en commercieel en met dubbele hekken heeft het de uitstraling van een (onneembare) vesting. De enige manier om binnen te komen is via de hoofdingang maar de ogen van de mevrouw van de balie straalde ‘F*ck you!’ uit. Daarbij draaide zij tijdens het gesprek mij de rug toe. Niet eerder was ik zo onpersoonlijk afgewezen in een stadion.
In Amerika is het dus niet vanzelfsprekend dat liefhebbers even langs een stadion komen om binnen te kijken. Dus zonder Pepsi en pizza maar alleen met een camera (en een sjaal!) om niet naar een saai en langdurig Amerikaans spelletje te komen kijken maar te genieten van een leeg stadion, om te zien wat de architect ooit voor ogen had.
Vancouver Island
Los Angeles was het laagste punt van onze roadtrip. We gaan weer omhoog via wat natuurparken en passeren enkele westernstadjes als Prescott waar de oudste saloonbar van de wereld te vinden is. In 1900 brandde de saloon af. Vele dorpsgenoten brachten de bar naar buiten en werd zo in veiligheid gebracht. Een jaar lang is op straat geschonken totdat de saloon herbouwd was. Nog altijd lopen er cowboys in de saloon.
Voordat we de auto weer thuis in Seattle brachten, overnachtten we in Portland, OR. Op voorhand werd al aangegeven dat het stadion hermetisch is afgesloten en omdat het in een kuil ligt is het gemakkelijk te beveiligen. Nee, dan kan je beter even langs de Adidas hoofdkantoor gaan waar een enorme store te vinden is. In de staat Oregon wordt geen BTW berekend waardoor schoenen een stuk goedkoper zijn…
Vanuit Seattle werd de boot gepakt naar Victoria op Vancouver Island, we waren weer terug in Canada. En eindelijk viel een bezoek samen met een wedstrijddag wat opvallend was omdat deze dag, 1 juli, een feestdag is: Canadaday.
Canada kent twee (hoogste) competities: Canadian Premier League en Canadian Championship. In de Premier League spelen zeven ploegen een dubbele competitie waarin afspraken zijn gemaakt ten bevordering van het Canadese voetbal. Minstens 50% van een team moet bestaan uit spelers met een Canadese nationaliteit en tijdens een wedstrijd moeten er minstens 6 Canadezen in de basis beginnen per team. Zo probeert Canada een eigen identiteit te behouden. De Team uit de Canadian Premier League spelen tevens in de Canadian Championship. Die wedstrijden worden gespeeld tegen Canadese teams uit de MLS en de USL Championship (2de Amerikaanse niveau) voor een plek in de CONCACAF Champions League.
De Premier League is een nieuwe competitie wat in 2019 is gestart. Dit geldt ook voor de plaatselijke trots Pacific FC wat haar thuiswedstrijden speelt in een accommodatie wat nog uit de grond wordt gestampt. Ondanks Canadaday en het feit dat de club het nog niet best doet in de competitie was het op deze zonnige dag vrij druk. De eerste helft was van ‘Hoofdklasseniveau’ en paste prima in deze omgeving. Tijdens de rust, wanneer mijn traditionele foto met sjaal werd genomen, stond naast mij een aantal man van de fanatieke aanhang een biertje te drinken met een aantal van de tegenstander. Niets hoge hekken maar een open stadion zodat iedereen lekker kan rondlopen. De tweede helft was een stuk leuker. Inmiddels was ik herkend en moest ik de wedstrijd verder kijken tussen de fanatieke aanhang. De thuisploeg won de wedstrijd met 3-1 en dit leverde een prachtig schouwspel op. Bij elk doelpunt rende de groep naar de reclameborden om uit verschillende tassen wat fakkels te pakken. Ondertussen renden twee vijftigers met een enorme vlag van cornervlag naar cornervlag. Daarna volgde een hergroepering terwijl de groep drie keer de nieuwe stand riep en afsloot een paar keer ritmisch in de handen klappen.
Vancouver
De laatste dagen waren aangebroken…. De laatste stop is Richmond (Vancouver) waar morgen het vliegtuig terug naar huis vertrekt. De boottocht tussen Vancouver Island en Vancouver is prachtig. Varend tussen de verschillende eilanden door hoopten we nog een walvis of orka te spotten. Een beer die tussen de struiken aan de waterkant zichtbaar is werd ook goed gekeurd. Maar helaas; het regende waardoor het zicht beperkt was. En ik vermoedde dat ‘wild life’ ook een hekel heeft aan hemelwater.
Na een paar uur dwalen door een groot en overdekt winkelcentrum nam de verveling toe. Nog een paar uur vermaken terwijl je eigenlijk al inzet op de terugreis. Op een bankje in het naastgelegen park werd naar stadsinformatie gezocht via Wikipedia…. “The Richmond Olympic Oval? Dat is toch de schaatsbaan waar Sven Kramer die bocht dubbel nam tijdens de spelen van 2010..? Op 1 kilometer afstand?”
Tussen vele nieuwbouwflats in, aan het kanaal van Richmond, staat een markant gebouw waar ik normaal gesproken voorbij zou lopen. En nadat we een rondje om dit gebouw hadden gelopen had ik niet het gevoel dat ik bij een bijzondere en ‘Olympische’ plek stond. Alleen de letters op het pand vertelden mij dat ik op de juiste plek was. Eenmaal binnen bleek deze schaatshal een multifunctioneel sportcomplex. Terwijl ik op de oude ‘binnenbaan’ stond, werd om mij heen voor vele verschillende sporten getraind: Basketbal, volleybal, tafeltennis en op de eerste verdieping is een fitnessclub gevestigd. Verder zijn er in de hal nog twee ijshockeyvelden, een klimmuur en een waterbak om te leren roeien.
Het is heel moeilijk voor te stellen dat hier jaren geleden Olympisch geschaatst werd. Alleen in de hal beneden is een bescheiden ‘Canadees Sportmuseum’ te vinden en op de derde verdieping is, tegen betaling, een groter ‘Olympisch museum’ te bezoeken. Enigszins teleurgesteld wandelde ik weer naar buiten waar ik nog even naar de verschillende vlaggen naast de hoofdingang keek. Het verleden wordt hier niet vergeten maar een warm gevoel voor deze voormalige ijshal neem ik straks niet mee naar huis….